MR06-200 handmatige draad krimp test sensor

Algemene informatie

Mark-10 M7I-, M5I- en M3I-indicatoren worden gebruikt in combinatie met Plug & Test®-sensoren en zijn daarom geschikt voor tal van vereisten voor kracht- en torque-metingen, van 1 N tot 50 kN (0,25 tot 10.000 lbF) kracht en van 7 Ncm tot 550 Nm koppel.

Plug & Test®-sensoren kunnen in de hand worden gebruikt of op een armatuur of testopstelling worden gemonteerd voor nauwkeurigere en herhaalbare testresultaten.

De sensoren zijn afzonderlijk gekalibreerd en daarom kunnen ze worden losgekoppeld van de ene indicator en worden aangesloten op een andere zonder dat een nieuwe kalibratie of configuratie nodig is, aangezien deze zijn is opgeslagen op de printplaat van de slimme connector.

Nauwkeurigheid

De systeemnauwkeurigheid wordt bepaald door de combinatie van indicator(meetinstrument) en sensor gecombineerd. Om de totale systeemnauwkeurigheid te bepalen wordt de nauwkeurigheidswaarde van de sensor opgeteld bij de waarde van de indicator.

Aangezien de verschillende modellen indicatoren verschillende nauwkeurigheidswaarden hebben, kan de totale systeemnauwkeurigheid variëren tussen de verschillende indicator/sensorcombinaties. Indicator M7I / M5I nauwkeurigheid ±0,1% van volledige schaal M3I nauwkeurigheid ±0,2% van volledige schaal.

Voorbeeld 1: Model MR01-100 sensor met Model M5I Indicator MR01-100 ±0,15% van volledige schaal + M5I ±0,1% van volledige schaal = Totaal ±0,25% van volledige schaal Dit vertaalt zich in een vaste fout van maximaal tot: 0,25% x 500 N = 1,25 N

Voorbeeld 2: Model MR50-50Z sensor met Model M3I Indicator MR50-50Z ±0,35% van volledige schaal + M3I ±0,2% van volledige schaal = Totaal ±0,55% van volledige schaal Dit vertaalt zich in een vaste fout van maximaal tot: 0,55% x 50 Ncm = 0,275 Ncm

Omdat nauwkeurigheid wordt gedefinieerd als een percentage van de volledige schaal, is de vaste fout overal op de schaal mogelijk van 0 tot de maximale capaciteit. Als zodanig vertegenwoordigt deze waarde een steeds grotere fout als percentage van de aflezing aan de onderkant van de schaal. Het wordt daarom aanbevolen een sensor te kiezen met een capaciteit die zo dicht mogelijk bij de verwachte belasting ligt. De resolutie kan voor sommige sensoren verschillen, afhankelijk van of een M7I-, M5I- of M3I-indicator wordt gebruikt. Een krachtsensor uit de R01-serie geeft bijvoorbeeld een fijnere resolutie weer wanneer deze is aangesloten op een M5I-indicator dan wanneer deze is aangesloten op een M3I-indicator.